Toen ik van de week met een aantel mensen over dit project 365 dagen een portret sprak, werden er allerlei suggesties gedaan voor onderwerpen. O.a. Aron Grunberg.
Ik ken zijn litteraire werk niet zo goed. Wel zijn column in de Volkskrant. Wat ik erg in hem waardeer, is zijn moed een een eigen mening en visie erop na te houden. ( Wat natuurlijk een noodzaak is om een goede columnist te zijn)
De foto die ik als uitgangspunt voor de tekening neem, leent zich voor een zwart-wit uitgave.
Vorige week een potje Oost-Indische inkt gekocht. Ik heb hier geen ervaring mee.
Kijken hoever ik kom.
Het is al laat in de middag als ik met deze tekening begin; eerst naar Amsterdam geweest voor een ontmoeting met mijn Engels-Amerikaanse vriendin Sarah.
*
Elke keer is het rechteroog niet op de goede plek.
En elke keer is er die gedachte, dat ik eigenlijk niet goed kan tekenen.
Waarom ga ik dan door?
Vindt ik het leuk?
De twijfel slaat toe.
Ik merk dat ik minder goed kijk. Letterlijk. Komt dat misschien, omdat ik uren achtereen op het beeldscherm zit te staren? Dat wordt dan moeilijk; om dit een jaar vol te houden.
Ik overweeg een lichtbak te kopen; dan kan ik de grote lijnen neerzetten.
En een persoonlijke invulling geven.
*
Wat een strijd! Ik zie ook wel ( een beetje) waardoor het komt. Soms kan ik de details niet goed zien ( ik wil geen bril!) en dan zet ik het beeld op mijn computer op groot. Ik verlies dan het overzicht en teken een detail te groot.
Zo is de bril te groot geworden.
Wil en kan het nu niet meer veranderen. Ik denk dat Aron Grunberg er wel wat in zit.
*
Ik dacht; ik doe dit wel even, maar dat is niet zo. De donkere vlakken luisteren nauw.