Zo’n mond die bijna geen mond meer is, luister zo nauw om de uitdrukking goed te kunnen weergeven.
Elk vlekje, elke spatje, lijntje moet juist zijn; het is een echte uitdaging.
En dan ben ik hem ( Freek) opeens ‘kwijt.‘
Het is een worsteling om hem weer terug te krijgen. Waar ligt het aan?
Ik kom er niet achter.
De neus blijkt in ieder geval te kort.
Opnieuw doen. Uiteindelijk ga ik maar heel droog meten.
In de hoop zo de oplossing te vinden.
Alhoewel het al bijna tegen middernacht loopt, ga ik door.
Indachtig mijn mantra: Nooit stoppen wanneer het slecht gaat.
Uiteindelijk kan de wanhoop kwaliteit toevoegen als je doorgaat.
Het wil niet echt lukken met dit portret; na lang werken nog niet veel verder.
Het is o.a. het langgerekte gezicht waardoor ik mij in verhoudingen verlies.
Vandaag ook een beetje ziek.
Toch een uurtje werken.