De 3e kesdag- de woensdag- is de meest intensieve dag van lesgeven. Het is een uithoudingsslag niet alleen voor mijn cursisten, maar ook voor mij.
Ik zie – net als Bettty Edwards, in wiens voetsporen ik ben getreden – het ‘kunnen tekenen’ als het aanleren van een vaardigheid. Dit betekent ook, dat iedereen met een paar ogen die het doen en hand(en) kan leren tekenen.
Gisteren hebben mijn cursisten het 1e deel van de vaardigheid van het waarnemen geleerd. ( tekenen=waarnemen) en vandaag in 1 dag weer twee aansluitende vaardigheden.
Dat is veel!
Dus, eigenlijk moet ik met een goede borrel op de bank gaan zitten,.
Horst Janssen blijft mijn inspiratiebron.
Ik lijk iets meer van kleur te houden
Na een warme douche eerst twee uur compleet uitgeput op bed gelegen. Ik dacht echt: mijn hersenen zijn zo moe, dat ik het nergens vandaan kan halen om me hoe dan ook op lijnen/kleuren te kunnen concentreren. Had mijn wekker al op zes uur gezet met de gedachte het portret dan maar morgenvroeg te doen.
Als ik opsta, wat eikeltjes koffie drink, denk ik toch wel dat het gaat.
De verf en water staat klaar. Ik kan het immers ook heel simpel houden? Waarom niet? Mij aanpassen aan de omstandigheden.
Ondertussen is het bijna donker. We zullen zien.
De doek zit natuurlijk nu weer heel anders; ik moet dus een beetje improviseren.