Vandaag geen zin om aan het werk te gaan; te mooi weer, te warm, te veel vakantiegevoel.
Niet zeuren en aan het werk.
Ik weet, dat als ik eenmaal begin, ik er weer in kom.
En ook; het profijt van elke dag werken is groot.
Het is ook dat ik de hele dag druk doende ben en dan in de avond nog de penselen op moet pakken.
In de ochtend werken, is het beste.
Bedacht vanochtend, dat ik niet goed weet hoe het moet. Ik heb er nog geen greep op. Hoe bouw ik de donkere tinten op? Hoe krijg ik zulke verzadigde kleuren?
Ook de veelheid aan kleur verward me. Kortom, ik voel me (nog) onthand.
Gelukkig dat ik olieverf in plaats van aquarel had besteld. Want wat blijkt? Bij van Beek is de Daniel Smith aquarelverf stukken goedkoper .
Als het goed is, heb ik volgende week alles in huis.
Morgen heb ik weer internet in mijn atelier en ga ik meer daar werken.
De muziek werkt mee; geestelijk muziek geeft altijd een diepe rust in het werken vindt ik.
Het draagt je door de moeite heen, als het ware.
Ik ga weer terug naar mijn basis; de drie primaire kleuren, blauw, geel en rood.
Het is altijd de complementaire kleur die de intensiteit van een kleur verminderd en deze daarom meer verzadigd maakt.
Het gaat moeizaam; ik heb niet echt de goede kleur blauw.
Gewoon maar doorgaan.
Er is dan zo’n moment van herinnering; het gaat simpel weg om het doen. Elke keer maar weer.
Doen. Doen. Doen. De rest doet er eigenlijk niet toe. Door het doen verfijnd het vermogen zich.
Het voorhoofd heb ik iets te kort gedaan, merk ik. En als ik dan weer kijk, kijk ik meer in vlakken om te zien hoe het loopt. Ik weet dat ik mij dit een volgende keer zal herinneren en dan zo’n vlak beter zal tekenen.
Doen. Doen!