Vandaag tijdens de 4e lesdag Leer Tekenen vertelde ik hoe ik geen echte voorstander van na tekenen ben.
Een van mijn cursisten zei hierop heel terecht: maar tijdens het project 365 dagen een portret teken je toch ook na?!
Touche en ik stond min of meer even met een mond vol tanden.
Ja en nee is het meer uitgebreide antwoord.
Het project 365 dagen een portret komt voort uit de workshop die ik bij Siegfried Woldhek heb gedaan.
Tijdens de workshop krijg je foto’s waar je ‘iets mee doet.’ Of, om met de woorden van Siegfried te spreken”Hoe kan ik in mijn tekening uitdrukken wat ik over deze persoon wil zeggen? ‘
Ik was totaal verrast door deze gedachte. Jarenlang heb ik portretten geschilderd en was mijn voornaamste doel om zo waarheidsgetrouw te schilderen.
De masterclass bij Sam Drukker ging hier al aan tornen. Hij leerde mij hoe elke toets ( verf) een statement moet zijn. En dat je met deze statement zo ver gaat, dat je bijna over een grens heen gaat.
Ik heb het met open armen omarmd, omdat dit mij heel erg ligt. Als er bijvoorbeeld sprake is van een bepaalde kleur, hoe kun je de grenzen daarvan ontdekken?
Dit zelfportret was een eerste aanzet daartoe. Het lijkt nog heel ‘naturel’, maar voor mij was het een zoeken naar grenzen van kleur.
De visie van Woldhek ( en is hij niet vooral Illustrator?) was een nieuwe stap in deze ontwikkeling.
Mijn leraren, die mij gebracht hebben waar ik nu ben.
Ook heb ik door mijn workshop bij Siegfried ontdekt hoe leuk ik het aquarel vindt.
Wat ook een ontdekking was, omdat ik dacht de unieke voorkeur voor olieverf te hebben.
Daarom komen in dit project een aantal dingen bij elkaar:
– een oefening in het leren beheersen van aquarel
– de ontwikkeling van Siegfried ( en Horst Janssen); wat kan ik doen om in de realiteit ( tekenen naar de waarneming) een grotere uitdrukkingskracht te vinden
– het versterken van discipline
– en nog een aantal andere uitdagingen.
Barbara Streisand is nog niet helemaal af, maar ik laat het voorlopig zo.
Het is niet zo belangrijk; elke tekening is een oefening.
Deze foto heb ik al jaren in mijn atelier hangen; Linda van Dijck, omdat ze zo’n mooie karakteristieke kop heeft. Ik heb haar eens geschreven of ik een portret van haar mocht schilderen, maar haar impresario zei dat ze daar te druk voor was.
Dan maar nu!
Liever had ik aan een portret met kleur gewerkt, maar ik heb na een hele dag lesgeven geen tijd meer om uren te zoeken.
Het is een 3.4 aanzicht wat natuurlijk heel interessant is om te tekenen.
De clou is dat je bij het tekenen het gezicht in twee aparte delen behandelt; het verkorte deel apart van het deel dat het dichts bij je is.
Zo teken je ook bijvoorbeeld de mond: eerst het deel dat het dichtst bij je is en daarna pas het meer verkorte deel.
Zo raak je niet in de war door de verkortingen.
Het wordt een zwart-wit tekening met inkt; wordt vervolgd.
Ah…de ogen zitten niet gelijk….terwijl ik het heus wel weet dat ik hierop moet letten. Het is nu te laat om het nog aan te passen; morgen verder.