325 Leonard Bernstein, componist (1)

Het gaat altijd om concentreren. Met potlood is het niet zo erg als je er even niet 100% bij bent. Er is een gum en je kunt het altijd over doen. Bij pen niet.

Zo was ik het even kwijt bij het linker oog van Rutte. Even met mijn gedachten ergens anders. Gelukkig heb ik het aardig kunnen goed maken. Het is wel weer een les. En ook oefening. Dit erbij blijven.

Mensen hebben positief gereageerd op Rutte. Dat is ook grappig. Ik kreeg de mond maar niet goed. En weer uitgummen en weer uitgummen. Ik denk wel een keer of zeven/acht.

Ten slotte wist ik dat ik uitgeput was wat betreft de lijn ( en dan vooral de middenlijn van de mond.)

Ik hoopte dat ik met het schilderen ( wat ik van plan was ha) net even die toets zou kunnen geven zodat ik meer gelijkenis zou geven.

Ik hield op met mij met de mond bezig te houden. Toen zag ik links dat in de mondhoek nog een lichte schaduw zou kunnen aanbrengen. Wat ik deed. En zie; opeens was de mond goed!

Terwijl ik dit schrijf, bedenk ik plots dat ik dit heb geleerd van het boetseren. Ik heb ruim twee jaar boetseren gedaan aan de Academie van Aerendonk ( België)

Bij het boetseren, zo herinner ik mij, is dit heel vaak het geval. Iets klopt niet en als je op een ander vlak wat verandert, is het opeens goed.

Hier was het ook zo; dat kleine schaduwtjes aan de linkerkant van de mond ( de mondhoek) zorgde voor de gelijkenis.

Zoals ik wel wist – en Siegfried Woldhek in zijn les herhaalde- ; de mondhoeken zijn van groot belang voor de gelijkenis.

*

Bij elke nieuwe tekening moet ik mijzelf weer leeg maken.

Leeg van alle aandacht en ook leeg van alle complimenten.

Als ware ik net geboren. om het maar zo uit te drukken.

Zonder ballast, zonder verwachtingen en zonder hoop. Gewoon kaal er zijn en gaan tekenen.

Het is een nieuwe ontmoeting en er bestaat geen herhaling. Alles is weer nieuw. Een letterlijk onbeschreven blad, Net zoals het het papier: leeg.

Dat is de enige mogelijke houding om te beginnen met een portret.

Vandaag eerst allerlei om te doen; administratie en dergelijke.

Daarna beginnen met Leonard Bernstein. Ik vind dit een heel intrigerende persoonlijkheid. Een Mensch zoals ik eens heb gehoord dat Joodse mensen zo iemand noemen. Iemand die echt ‘mens’ is geworden.

Iemand die zijn/haar talenten ten volle heeft ontwikkeld en gelijk daarmee oplopend een dienstbaar karakter. Dat is in mijn ogen grootsheid.

De correspondentie gedaan, de zakelijke dingen op orde. De muziek aan en tekenen.

 

Als ik begin moet ik vermoeidheid overwinnen. Het is een bijzondere man Leonard Bernstein. Een rijke persoonlijkheid en ook een rijk gezicht. Dat zet je niet zomaar neer. Daar kun je niet even langs heen zeilen, dat vraagt een er diep in duiken.

Net zoals je in het diepe duikt, is het dan een moment van diep ademhalen voordat je duikt.

Kan ik dit wel? Alleen door te springen, kom ik er achter.

Het is een portret met veel licht en donker; dat is dan ook gelijk het thema van dit portret.

Een van mijn leraren van wie ik heel veel essentiële dingen heb geleerd, is Sam Drukker. Hij leerde mij dat elk werk een bepaald thema heeft; dat wil zeggen ‘waar gaat het over?’Het kan kleur zijn, het kan warm of koude kleuren zijn, het kan toonwaarden (grijswaarden) zijn. Ik zal mijn aantekeningen van zijn Masterclass (Amsterdam) nog een keer erop na moeten kijken welke onderwerpen hij allemaal noemde.

Dit is bij uitstek een verhaal over toonwaarden. En daarom al heel interessant

Gisteren had ik een aantal leerlingen, die het vervolgprogramma 100 dagen tekenen ( GONG) volgen . Behalve dat ze 100 dagen elke dag minimaal 20 minuten aan een tekening werken, tekenen ze elke dag ook 10 minuten blindelings contour.

Ze zijn nu op dag 50 en twee waren een beetje zat van het elke dag blindelings contourtekenen. Terwijl ik begin met het portret van Bernstein, ontwikkelt zich in mijn geest het juiste, complete antwoord.

Als je tekent ( een portret of wat dan ook) dan heb je een zeker vertrouwen in de lijn ( die je potlood maakt) nodig. Je moet als het ware erop vertrouwen dat je potlood wel doet wat je ogen aangeven te doen. Als je dit niet hebt, dan ben je de hele tijd met je onzekerheid bezig en dat staat het waarnemen in de weg. Het blindelings contourtekenen ontwikkelt dit vertrouwen in een heel snel tempo.. Het traint je erin. Anders kun je daar jaren van hard werken over doen om dit te ontwikkelen. ( zoals bijvoorbeeld van Gogh deed)

Ik heb dit portret uitgekozen omdat ondanks het ‘mooie jongen’ gevoel dat ik bij Bernstein krijg, hier iets heel anders uitspreekt. Spreekt er niet een vorm van ‘lijden’ uit; de pijn die iedere kunstenaar moet voelen om dat te zijn wat hij/zij is?

Is kunst niet je begeven in de diepten ( en hoogte) van het leven?

Bestaat er toeval? Tijdens het tekenen interviewt Diewertje Blok de Russische pianist Alexander Gavryluyk. Op haar eigen lieve manier vraagt Diewertje hem ” hoe hij dat doet; muziek maken?’

Dit is zijn antwoord;

  • Eerst is er de componist. ( Hij bedoelt hier waarschijnlijk mee dat je je verdiept in de beweegreden, de boodschap van de componist)
  • En dan is er selfishness.

Ha, dat is het leegmaken waar ik deze blog mee begon. “It’s a long process that never ends,’ zegt Alexander. Er voor zorgen, dat je geen obstakels creëert, zegt hij.

Dat is de pijn die je ook in het gezicht van Bernstein ziet, denk ik. Je kunt niets leegmaken als je niet weet wat er zit. Al het ego gedoe moet gezien zijn en pas dan kun je jezelf ervan losmaken.

Dat is strijd. En dat is pijn. Of, om het met andere woorden te zeggen; dat is denk ik de prijs van echte schoonheid.

*

Elke keer moet ik er weer aan denken als ik het ‘goed wil hebben’; daar gaat het niet om! Elke lijn die ik zet is winst, is groei. Meer hoef ik niet te doen. En als het ‘lukt’, nu dan is het fijn. Meer niet.

www.leertekenen.nl   (Tekenmethode Betty Edwards)