Weer een late start vandaag. Er waren teveel do’s om eerder aan het werk te gaan.
Een prachtig boek voor 2.95€ gekocht bij de Kringloper.
Het Licht van de Natuur, het landschap in tekening en aquarel door van Dyck en tijdgenoten.
Ik ben een groot bewonderaar van Van Dyck; een genie in de schilderkunst.
Als je deze studie van koeien bekijkt, hoe drupt het meesterschap, het genie er niet van af.
Voor heel veel schilders, waaronder Rubens, is Van Dyck een grote bron van inspiratie geweest.
Daar voel je je heel klein bij.
Ja, Willem-Alexander. Op mijn eigen kleine terrein ga ik rustig verder.
Ondertussen luister ik op de Concertzender naar ‘Geen dag zonder Bach’; rustgevende en verstilde muziek. Prachtig; ik kan er uren naar luisteren. Terwijl ik werk zet ik het in beeld aan en zo nu en dan kijk ik naar de zingende en spelende mensen. Leuk is dat.
Het Weihnachts-Oratorium door Dunedin Consort olv. John Butt. (+ deel 2)
Het blijft interessant; elke keer vraag ik mij weer af “welke kleur is dit?’
Zoals de belangrijke lijn, die de vorm aan de buitenkant van de neusvleugel aangeeft?
Is het rood?
Is het geel?
Is het oranje? Of groen?
Eerst moet ik mijn basis-kleur bepalen voordat ik kan gaan mengen.
Als het oog te strak is, te veel ‘geschilderd’ gooi ik er vaak een plens water over. Dat past natuurlijk ook goed bij ogen. Kan ook weer niet teveel. Het is water en weer wat deppen als het teveel is.
Ik moet mijzelf eraan blijven herinneren waarom ik schilder; om te oefenen, oefenen. Niet om te presteren.