Gisterenavond nog aan het portret gewerkt. Ik vorder maar heel langzaam. Het lijkt haast niets wat ik gedaan heb en toch heb ik er ruim twee uur intensief aan gewerkt.
Het is een proces, aanbrengen, weghalen, aanbrengen, verbeteren.
Ik ben ook niet zo goed in een ( relatief) groot portret. In tegenstelling tot voor portretten die ik heb gemaakt, gebruik ik hier het hele vel papier.
Dan verlies ik mij vaak in de verhoudingen.
Wat ik ook lastig vind, is dat de haarlijn boven net niet te zien is. Ik vind het nu moeilijk de vormen van het voorhoofd goed in te schatten. Ik heb het opgelost door de bovenkant langer te maken met een extra vel papier. Wat ik weer weghaal als ik klaar ben.
Elk portret vraagt veel van mij. Als bijvoorbeeld iemand als Siegfried Woldhek spreekt over ‘lekker werken‘ dan denk ik, dat is bij mij toch wel anders.
Ja, soms werk ik ‘lekker, ‘maar in dit ‘lekker werken‘ is ook altijd afdalen naar de diepte van je ziel. Als het ware.
Tot het ‘gaatje‘ gaan. Wat is het? Het is de enorme weerstand overwinnen wat waarschijnlijk bij elk scheppingsproces speelt. Alle persoonlijke angsten, onzekerheden, ‘flaws‘ komen bovendrijven.
Het ego met al haar ballast laat van zich horen.
Daar doorheen gaan en verder en verder zonder dat je weet of je de eindstreep zult halen, maakt je leger en leger.
Dat is pijn verdragen, angst verdragen, wanhoop verdragen en verder gaan.
Zo is het voor mij.
De ogen en de mond zijn wel het moeilijkste, vindt ik; het luistert zó nauw. Zijn de ogen niet de ‘spiegels van de ziel’? Dit wil ook zeggen, dat er niets aan mag mankeren ( en lees dit letterlijk) om de mens echt weer te geven in het portret.
Dat is een enorm zoeken, voor mij. Elke keer weer wat erbij, eraf en stop. Dan schilder ik verder en terwijl de kop vordert, vragen ook de ogen weer wat meer ofjuist minder.
Terwijl ik schilder, denk ik: het is een vorm van genade die je zoekt.
Je kunt dit niet bedenken, niet eisen. Het word je als het ware gegeven. Door hard te werken, door niet op te geven, door overal door heen te gaan.