De HELE dag in de cijfertjes gezeten. Op een bepaald moment wordt ik er wat droevig van.
Het is allemaal voorbij en het heeft – in mijn ogen – geen enkele zin daar mijn tijd aan te besteden ( en zeker niet nu al twee dagen.)
Waar doe je het voor? Vooral om af te dragen van wat je hebt verdient.
Het is mijn poëtische kant, die er niets mee heeft.
Gelukkig snapt mijn sociale kant wel, dat het zin heeft en voor een zekere maatschappelijke orde zorgt. Morgen nog even alles optellen en dan is het klaar.
Ben ik even blij dat ik nu een administratie systeem heb waarmee ik elke dag/week alles op orde kan maken. In een paar minuten.
Dan zal het volgend jaar minder gedoe zijn.
Ondertussen is het al bijna 22.00 voordat ik iets ga doen.
Wil toch nog even aan het portret van Keizer werken.
Het is ook een kwestie van vertrouwen; er zijn altijd momenten van paniek. Dat het niet ‘gaat lukken.’ Niet zozeer om het resultaat als wel om dat het beeld je ‘ontglipt’ als het ware. Dat is de paniek. En dan moet er de rust zijn ( die ontstaat door oefening en ervaring) niet in paniek te raken en erop te vertrouwen, dat het portret je zal leiden.
Bach:
Kopiëren is begrijpen
Ontzettend zitten klooien met de ‘neus’; blijkt dat ik deze toch te smal heb ingeschat.
Oprah blijf interessant