Ik wil de kant op van Horst Janssen en/of Siegfried Woldhek, maar het kan niet anders of ik moet en ga daar mijn eigen invulling aangeven. Nu zit ik nog – zo voelt het aan in de brave fase; ik durf nog niet zo goed, ken het materiaal onvoldoende.
In feite is het een zoektocht naar mijzelf ontdek ik; wat heb ik tot mijn beschikking?
Mijn karakter, mijn talenten.
Ik moet denken aan een verhaal wat Woldhek vertelde; hoe hij met zijn vriend Peter van Straaten naar een tentoonstelling ging en daar werk van een heleboel mensen hing. Wat ze zagen kon hen in eerste instantie niet erg charmeren, maar naarmate ze verder liepen, zagen ze de ontwikkeling van deze mensen in de tijd.
En zagen ze hoe ‘prutswerk’ veranderde in betekenisvol schilder- en tekenwerk.
Dat is mooi; er is evolutie mogelijk.
Als ik zou moeten bekennen wat mijn drijfveer is voor dit project ‘365 dagen een portret’, dan is het dit; mijn evolutie ontdekken.
Hoe teken ik over een jaar als ik elke dag een portret maak?
Wat ga ik ontdekken? Wat ga ik ontginnen.
Mijn ‘volgers’ zijn mijn ankers; hierdoor loop ik kans dat ik het volhoud.