Het gaat om het oefenen; het ‘werken.’
In de film over Rembrandt zie je hoe hij aan het einde van zijn leven – en hij is dan zo’n beetje alles kwijt; zijn vrouw, zijn zoon, zijn bezit, zijn rijkdom, zijn erkenning hoe hij zegt ‘dat alleen het werk blijft.‘
Ik begrijp daaruit: dat alleen het werk uiteindelijk van belang is.
Voor een man als Rembrandt natuurlijk.
Prachtig om te zien hoe mijn cursisten na drie dagen intensief (werken) vandaag prachtige portretten tekenen. Hoe ze door ‘anders te leren kijken‘ ( met de rechterhersenhelft) echte tekenaars zijn geworden en dat in plaats van karikaturale, kinderlijke portretten er diepte en zeggingskracht in is gekomen.
Nu nog beginnen met een nieuw portret.
Je moet elke keer weer opnieuw willen beginnen; geen compromissen sluiten. Als iets niet goed is, is weggommen ( bij het tekenen) wat er te doen valt en opnieuw proberen.
Ook dit moet ik over doen: de afstand van de ogen naar de neus is te groot.
De ene kant ( links) is bijna helemaal in het donker; dat maakt het moeilijker, lijkt het, om de afstanden goed in te schatten.