Vandaag moet het portret wel af; anders ontstaat er een soort vermoeidheid.
Een foto een verstilling van een moment. Een tekening of schilderij meer een moment van de verstilling.
zegt mijn schildersvriend Ton.
Hij heeft nog nooit een portret naar een foto geschilderd.
Ik voordat ik les had bij Siegfried Woldhek ook nauwelijks.
Wat er zelfs tegen.
En nu?
Wat ik bij Woldhek leerde, is dat je een foto kunt gebruiken en je afvragen: Wat wil ik duidelijk maken over deze persoon?
Nu doet hij dit veel meer – en ook meesterlijk – dan ikzelf.
Ik ervaar hoe het dagelijks (aan) een portret schilderen, mij meer kennis geeft over hoe aquarel werkt.
Alhoewel ik wel besef, dat ik aquarel (meer) als een tekenaar gebruik.
Ook merk ik hoe het dagelijks tekenen mij als ik naar het leven werk beter doet werken; er komt een vanzelfsprekendheid in.
Het is net zoals als het dagelijks oefenen op de piano; hierdoor ontwikkelt zich een gemak in het spelen. Zo is het met het tekenen ook.
Het portret is niet helemaal ‘ingevuld’, maar ik hou er wel van wat open te laten. Zo komt de uitdrukking van zijn gezicht het meest tot z’n recht.
Het wit/groen van de wenkbrauwen heb ik gemist.
Waarschijnlijk een kwestie van ‘vrijlaten.’ Een collega schilder op de woensdagavond gebruikt afdekspul voor aquarel. Na het schilderen kun je het eraf trekken. Ton is tegen. Ik kan hierin wel met hem mee gaan; het kan ten koste gaan van spontaniteit en beheersing van het metier.
Kijk morgen wel of ik het onaffe dan ook nog mooi vindt.
Daarna is Poetin aan de beurt.